Verhit de olie of het vet tot 160 ºC.
De bakbanaan wordt twee keer gebakken.
Eerst bak je de plakken tot ze beginnen te kleuren.
Dan haal je ze uit de olie of het vet en laat je ze even afkoelen.
Leg dan de plakken banaan tussen twee vellen bakpapier en druk de plakken wat platter. Gebruik gewoon je vingers en druk niet TE plat. De plakken worden ook groter dus geef ze de ruimte. Je kunt ze, na het platdrukken ook nog een beetje met je vingers tot een rondje vormen terwijl ze nog op het bakpapier liggen.
Verhit de olie of het vet nu tot 175 ºC en bak de plakken banaan, in kleine porties, dan nog een keer tot ze goudbruin zijn. Leg de plakken één voor één voorzichtig in de hete olie of vet. Ze voelen kwetsbaar aan maar blijven helemaal intact tijdens het bakken. Ook als je ze uit de frituur haalt, voelen ze niet hard: dat gebeurt pas bij het drogen. Leg ze daarvoor op een rooster.
Bak in een koekenpan de ui zachtjes in olijfolie.
Bak dan de knofl ook en de peper kort mee.
Doe de tomatenstukjes erbij en bak dit ook kort mee.
Bestrooi het met zout en peper en roer het citroenraspselerdoor. Proef!
Schep op ieder gefrituurd plakje banaan een mooie schep groenten. Strooi er daarna een klein beetje verse kruiden over.